Blikken die blozen
glanzende watertandende ogen
die mij pogen tot volgen
vingervlug verdraai ik mijn blik
en voel het gestaar
prikkend in mijn onderbewustzijn
En zij
ik wil dat zij die mij zien,
er niet zijn
En jij
ik wil dat jij die niets ziet,
er voor mij zal zijn
De grond is zacht onder mijn voeten,
lichtelijk ontwricht
en zij, in mijn aarde wroetend
Prekend, proestend,
'Laat toch wat het geweest is los
zodat is verlost van wat jou toe komt
ben niet verlegen om de toekomst
het bescheidene is gescheiden van het geven
en zo geschiedde wat uit jouw geschiedenis voorkomt'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten